soms moet je presenteren, dus is het handig om te weten hoe je moet presentern

Lichaamstaal

Lichaamstaal is iets wat belangrijk is bij het bespreken, want het beïnvloed hoe je de informatie overbrengt.

In het filmpje “How to sound smart in your TED talk” laat ons zien dat op een interessante manier spreken en een goede houding je al heel ver brengt.

Het filmpje “Wat is een goede houding bij een presentatie” laat ook zien dat meer dan de helft van de impact komt door een goede houding te hebben. Een aantal dingen die kunnen helpen bij een goede houding zijn:

  • stevig staan op je benen (plant ze als een boom)
    • Dit betekent niet dat je niet mag rond bewegen, zorg voor fysieke stabiliteit
  • Je voeten en schouders vormen een rechthoek
    • til je schouders ver op een laat ze vallen, dan zitten ze op de juiste plek
  • Houd je armen en handen open, beweeg ze
    • armen over elkaar creëert een dichte houding
    • armen achter je rug creëert een afwachtende houding
  • heb een glimlach

In het filmpje “Hoe je handen gebruiken bij lichaamstaal” word er verteld dat het gebruiken van je handen een meer open houding naar het publiek geeft. Het laten zien van je handen zorgt ervoor dat mensen meer naar je gaan luisteren. Tel met je vingers, laat formaat zien met je handen. Geef verbindingen weer.

In het laatste filmpje “stemgebruik - presenteren - PITCHEN” Het gebruik van je stem is ook zeer belangrijk. Als je rustig wilt praten moet je langzaam ademen. Rustig en duidelijk praten maakt luisteren fijner, te hard of te zacht praten niet.

Het komt er dus op neer dat je zelfverzekerd moet overkomen door stevig te gaan staan, neem een actieve houding aan, laat vooral je handen zien en ondersteun wat je zegt met je armen, handen en vingers

De opbouw van je presentatie

De opbouw van je presentatie is eigenlijk best simpel: Introductie boodschap boodschap boodschap conclusie Een metafoor voor de opbouw van je presentatie is de Kop - Romp - Staart opbouw. Om ervoor te zorgen dat je publiek onthoud wat je zegt is het slim om herhaling door je presentatie heen te voegen. Je verteld wat je gaat zeggen in je introductie, je verteld over de punten zelf in je middenstuk, en vat het samen in je afsluiting. Daarnaast is het goed voor het publiek als je hun verteld waar ze aan toe zijn. Dit zorgt ervoor dat je makkelijk te volgen bent. Maak duidelijk wanneer een deel eindigt en wanneer een andere start. Je kan dit letterlijk doen door het te zeggen, of door bijvoorbeeld een slideshow (ieder punt is een andere dia). Een andere aanpak is door de intonatie van je stem te veranderen.

Introductie(kop)

De introductie, of kop, is waar je de aandacht van het publiek probeert te pakken. De kop is samen met de staart ongeveer 20% van je presentatie. Je geeft een kleine voorstelling van jezelf, je verteld waar je over gaat praten en hoezo (waarom is het relevant). Vertel mensen wat ze kunnen verwachten door een overzicht te laten zien van alles waar je over gaat praten.

Het ABCD model

Het ABCD model kan je helpen bij het opstellen van de introductie van je presentatie. Goed gebruik van dit model kan leiden tot een volledig, goed gestructureerde introductie die een goede eerste indruk maakt. Het ABCD model bestaat uit 4 elementen:

  1. attention (trek de aandacht)
  2. benefit (voordeel voor het publiek)
  3. credibility (geloofwaardigheid opbouwen)
  4. Direction (de richting en structuur van je presentatie) De volgorde van deze punten maken niet uit, zolang ze maar terug komen in je introductie.

Attention (aandacht trekken)

Wie houd er van lekker eten?” -Becky, Inspiratie College voor casussen

Begin je presentatie met het trekken van de aandacht van het publiek. Dit kan op meerdere manieren:

  • stel een boeiende/leuke vraag
  • deel een interessant feitje of statistiek
  • Vertel een kort verhaal of anekdote
    • Maak je publiek nieuwsgierig en betrokken

Benefit (voordeel voor het publiek)

Leg uit waarom de presentatie relevant is voor het public. Beantwoord vragen zoals:

  • Wat levert het hen op?
  • Wat hebben ze hier aan?
  • Wat kunnen ze leren?
  • Hoe helpt dit hun?” Het is belangrijk dat je de waarde van de presentatie duidelijk maakt.

Credibility (geloofwaardigheid opbouwen)

Als je een spreker niet betrouwbaar vind, vertrouw je hem ook minder snel, toch? Introduceer jezelf en vestig je geloofwaardigheid als spreker. Vertel wat over jezelf, over je achtergrond, je ervaringen of expertise die relevant is met het onderwerp wat je gaat vertellen. Probeer te levelen met je publiek Dit helpt ervoor dat je publiek je vertrouwd en je informatie sneller aanneemt.

direction (richting van de presentatie)

Sluit de introductie af door de structuur van je presentatie duidelijk te maken. Geef een overzicht van alle belangrijke punten (door bijvoorbeeld een inhoud te maken). Leg de volgorde uit waarin alles verteld word (door bijvoorbeeld een inoud te maken). Zo weet het publiek wat ze moeten verwachten.

Voorbeeld

Stel je voor: je geeft een presentatie over cyber security en je wilt de ABCD methode toepassen, kan dat bijvoorbeeld met het volgende voorbeeld:

(Attention): “Wist je dat elke 39 seconden ergens ter wereld een cyberaanval plaatsvindt?” (Benefit): “Vandaag leer je hoe je je persoonlijke gegevens kunt beschermen tegen hackers, zowel voor jezelf als binnen een organisatie.” (Credibility): “Ik ben een IT-student met een focus op cybersecurity, en ik heb recent onderzoek gedaan naar de nieuwste beveiligingstechnieken.” (Direction): “We zullen kijken naar drie onderdelen: de meest voorkomende cyberaanvallen, hoe je jezelf kunt beschermen, en toekomstbestendige oplossingen.”

Middenstuk (romp)

Het middenstuk, of romp, is waar je de belangrijkste informatie verteld. De romp is ongeveer 80% van je presentatie. Verwerk je informatie op zon manier dat je er een goede overgang tussen kan plaatsen en dat het allemaal logisch klinkt. Het gebruik van voorbeelden en visuele hulpmiddelen zoals plaatjes en grafieken kan hierbij goed helpen.

Kernpunten (boodschappen)

Als je de belangrijkste punten(boodschappen) uit je presentatie hebt onderverdeeld in verschillende onderdelen, is het belangrijk om deze kernpunten op een juiste manier over te brengen.

Het PEEP model

Het PEEP model is een eenvoudige en gestructureerde manier om ieder kernput duidelijk en overtuigend te presenteren. Het PEEP model bestaat uit de volgende 4 stappen:

  1. Point(punt): Begin met het maken van je punt. Dit word hetgeen wat je wilt dat je publiek onthoud, probeer dit kort en krachtig te houden. Voorbeelden:

    • Ons eindproduct is een robot die zelfstandig kan rijden
    • We hebben het project in 5 stappen doorlopen
    • Dit is wat we hebben geleed over samenwerken
  2. Explain(uitleg): Leg je punt vervolgens verder uit door meer context of details te geven. Onderbouw je zinnen, vertel dingen zoals waarom het belangrijk is, geef stappen, feiten, data of onderzoeksgegevens. Dit geeft je boodschap meer duidelijkheid, maakt het overtuigender en help je public informatie beter te begrijpen. Voorbeelden:

    • Wat ik hiermee bedoel is…
    • Om dit beter te begrijpen, moet je weten dat…
    • Dit hebben we per stap gedaan…”
  3. Example(voorbeeld):Geef een duidelijk en concreet voorbeeld om je punt verder te verduidelijken. Hierdoor kan je de boodschap begrijpelijker maken en helpt het publiek de informatie te onthouden. voorbeelden:

    • Een voorbeeld van wat ik geleerd heb is…
    • Stel je voor dat…
    • Neem bijvoorbeeld…
  4. Point(herhaal je punt): Sluit af door je kernpunt nog een keer te vertellen. Dit zorgt ervoor dat je punt versterkt word en dat je publiek de boodschap beter meeneemt. Voorbeelden:

    • Kort samengevat, het belangrijkste punt is…
    • “Om nogmaals te benadrukken…”
    • Om dit punt af te ronden, het belangrijkste om mee te nemen is…” Voer deze stappen uit om je boodschap helder en goed onderbouwd over te brengen. Kies zelf hoever je dit gebruikt. Kortere presentaties hebben niet zoveel tijd en dus ook bijvoorbeeld niet zoveel herhaling nodig.

Overgang tussen boodschappen

Je presentatie bestaat niet uit 1 boodschap, je moet dus een goede wisseling maken tussen meerdere boodschappen. Een goede uitvoering hiervan zorgt ervoor dat luisteraars gefocust blijven. In je inleiding heb je al verteld over de structuur. Nadat je klaar bent met 1 onderwerp, kan je doorgeven dat je doorgaat naar het volgende onderwerp. Dit kan je doen door het letterlijk te zeggen, je intonatie of stemgebruik te veranderen of (als je dat hebt) de diavoorstelling naar de volgende slide te zetten.

Afsluiting (staart)

De afsluiting, of staart, is waar je de belangrijkste punten samenvat. De staart is samen met de kop ongeveer 20% van de presentatie. Je brengt een conclusie van alles op een manier die blijft hangen bij de luisteraars. Probeer altijd je afsluiting te eindigen met een sterke conclusie en een call to action.

De conclusie

De laatste indruk is net zo belangrijk als de eerste indruk, je wilt natuurlijk dat mensen met een goede indruk naar huis gaan. De conclusie is, net zoals de inleiding, een van de belangrijkste momenten van je presentatie. Een goede conclusie is eenvoudig en kort (soms zelfs eenvoudiger dan je inleiding).

Kondig je conclusie aan

Aan het einde van je presentatie letten mensen toch weer wat meer op, hun aandacht word scherper. Daarom is het belangrijk dat je de afsluiting aankondigt door bijvoorbeeld “tot slot” of “in conclusie” te zeggen. Door puur alleen die woorden te gebruiken trek je de aandacht terug van de mensen die misschien wat waren afgeleid. Hiernaast zijn er ook andere manieren om het einden aan te kondigen. Bijvoorbeeld door je fysieke positie te veranderen (loop naar een andre plek) of verander de intonatie van je stem.

Herhaal de belangrijkste punten

Nu dat de mensen weer je aandacht hebben, kan je de kernpunten van je presentatie samenvatten. Dit word ook wel ‘vertel ze wat je net verteld hebt’ genoemd, alleen beknopter. Je kan alle boodschappen samenvatten, maar het is soms effectiever om er maar een of twee te kiezen om op te noemen (kies de belangrijkste).

Sluit de presentatie af

Na de samenvatting moet je de presentatie toch wel echt afsluiten. Een veelgebruikte manier om dit te doen is een call to action. Dit betekent dat je het publiek verteld wat ze kunnen doen met hetgeen wat je hun net hebt verteld. Dit geeft een gevoel van richting aan het eind van de presentatie. De call to action hoeft niet groot of ingewikkeld te zijn, je kan ook het publiek aanmoedigen om iets simpels te doen, zoals een website te bezoeken of het met andere mensen er over te hebben. Een andere manier van afsluiting is ‘to come full circle’ (de cirkel rond maken). Dit houd in dat je naar het begin van je presentatie teruggrijpt, naar iets wat je hebt gezegd. Als je bijvoorbeeld een anekdote hebt verteld, of een vraag hebt gesteld, kan je daar naar terug verwijzen om de presentatie op een mooie manier af te sluiten.

Vraag om vragen

Na de afsluiting is het een goede keuze om het publiek uit te nodigen voor vragen. Dit geeft mensen de kans om eventuele onduidelijkheden te verduidelijken en een gesprek aan te gaan met je publiek. Als je vragen krijgt van het publiek is dat een teken dat mensen geïnteresseerd zijn. Je wild dus daarom ook zorgen dat het publiek zich gewaardeerd voelt en comfortabel kan zijn om vragen te stellen. Zorg er daarom dus ook voor dat je genoeg aandacht geeft aan de persoon die een vraag stelt. Dit kan je doen door een paar tellen te wachten met je antwoord en (een deel van) het antwoord te herhalen. Zorg ervoor dat je de vraag goed begrijpt en vraag als het nodig is om verduidelijking. Probeer kort en constructief antwoord te geven en check of het antwoord de vrager zijn vraag beantwoord.